Dit jaar zijn we met de dames naar zuidwest Frankrijk op vakantie geweest met de nieuwe vouwwagen (niet nieuw, tweedehands, maar nieuw voor ons). Het was een heerlijke vakantie, met veel zon, zee en strand. We hebben zelfs op een camping gestaan waar we een eigen badkamer hadden. Dat was wel een beetje decadent, maar wel heel fijn. De tweede camping had ook een meertje met een opblaasparcours. Dat was echt heel leuk. Anyway ik heb best wat verhaaltjes die ik kan schrijven over deze vakantie, hier is de eerste.
Onderweg hebben we dankzij TomTom veel files kunnen vermijden door om te rijden (Frankrijk is daar een prima land voor want heeft er zijn nogal wat kleine wegen). Toen we na weer een succesvolle detour de A10 op wilden rijden waren we net efficiënt 130 aan rijden toen op de rechterbaan mijn oog viel op een glinsterend object. Deze was afkomstig uit een auto, en waarschijnlijk had iemand hem laten vallen.
Het was een telefoon. De eerste stuit was enorm, en de smartphone tolde glinsterend om zijn as (dit is allemaal binnen een seconde). Toen kreeg de zwaartekracht er weer vat op. Ik zag het object in een mooie curve weer naar het asfalt terugvallen. Toen deze het wegdek raakt spatte het in duizend stukjes uiteen. Het was een prachtig gezicht. Ik heb er nog een tijdje over nagedacht. Toch best een mooie metafoor voor het leven: ‘Het leven is als een telefoon die uit een auto wordt gegooid en in duizend stukjes uiteenspat’.
Ik dacht hoe vaak komt dit eigenlijk voor? …dat telefoons kapotvallen (niet perse in duizend stukjes). Snel googlen kwam ik erachter: vaak. Ik durf niet te zeggen hoe vaak in Nederland, maar het gebeurt ook hier regelmatig. Maar hier is een tip: als je je telefoon uit een auto gooit, doe het dan niet op de snelweg. Het is gevaarlijk en je telefoon gaat stuk beyond repair. En dat is zonde.